Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AE9555

Datum uitspraak1999-01-28
Datum gepubliceerd2006-08-09
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Arnhem
Zaaknummers99/024
Statusgepubliceerd


Indicatie

Hoger beroep dient binnen acht dagen te worden ingesteld door een procureur.


Uitspraak

Gerechtshof te Arnhem Eerste civiele kamer Arrest in de zaak van: X wonende te Y appellant, procureur: mr T.G.M. van den Broeke 1 Het geding in eerste aanleg Het hof verwijst naar het vonnis van de rechtbank te Almelo van 6 januari 1999 dat in fotokopie aan dit arrest is gehecht. 2 Het geding in hoger beroep 2.1 Bij beroepschrift, ingediend ter griffie van het hof op 14 januari 1999 door mr B. van Aarle, advocaat te Grave, heeft appellant (hierna te noemen: X) hoger beroep ingesteld van voormeld vonnis, waarbij het verzoek tot opheffing van zijn bij vonnis van 17 juni 1998 uitgesproken faillissement onder het gelijktijdig uitspreken van de toepassing van de schuldsaneringsregeling, is afgewezen. 2.2 Bij voormeld beroepschrift heeft X. het hof verzocht zijn faillissement op te heffen, onder het gelijktijdig uitspreken van de toepassing van de schuldsaneringsregeling. 2.3 Het hof heeft kennisgenomen van de overige stukken, waaronder een brief van mr T.G.M. van den Broeke, advocaat en procureur te Duiven, gedateerd 18 januari 1999, waarin zij meedeelt in deze zaak als procureur te zullen optreden. 2.4 De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 28 januari 1999, waarbij X. is verschenen, bijgestaan door voornoemde mr B. van Aarle. 3 De motivering van de beslissing 3.1 Ingevolge artikel 5 Faillissementswet, gewijzigd bij wet van 25 juni 1998 (Stb. 1998, 445) juncto artikel 15c, tweede lid van die wet moet het hoger beroep tegen een vonnis, waarbij de toepassing van de schuldsaneringsregeling niet is uitgesproken, binnen acht dagen na de dag van de uitspraak worden ingesteld bij een verzoekschrift, door een procureur in te dienen ter griffie van het hof. 3.2 Het beroepschrift is op de laatste dag van de beroepstermijn, te weten op 14 januari 1999 te 16.37 uur, (per fax) ter griffie van het hof ingediend door voornoemde mr B. van Aarle. Mr Van Aarle staat niet als procureur ingeschreven in het arrondissement Arnhem. 3.3 Bij brief van 18 januari 1999 heeft mr Van den Broeke zich tot procureur gesteld. 3.4 Nu het verzoekschrift niet tijdig is ingediend door een procureur, kan X. niet worden ontvangen in zijn hoger beroep. 4 De beslissing Het hof, rechtdoende in hoger beroep: verklaart X. niet-ontvankelijk in het door hem ingestelde hoger beroep. Dit arrest is gewezen door mrs Van der Weij, Houtman en Smeeïng-Van Hees en in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van 28 januari 1999.